Hoewel strandingen van levende bruinvissen het hele jaar door plaats kunnen vinden wordt in Nederland en omringende landen een duidelijk strandingseizoen onderscheiden. In de wintermaanden, en vooral in de maanden februari tot en met april, komen de meeste gestrande dieren binnen in het opvangcentrum van SOS Dolfijn. In 2009 zijn in deze periode 3 bruinvissen opgevangen. De aantallen van de afgelopen jaren lagen duidelijk hoger.Hoogtepunt wat betreft aantallen levend gestrande bruinvissen was 2006. In de periode tussen 9 februari en 14 maart werden toen 12 dieren door SOS Dolfijn opgevangen. Tijdens de winterseizoenen van 2007 en 2008 is het opvangteam respectievelijk 8 en 6 keer uitgerukt om een bruinvis naar Harderwijk te brengen. Dit jaar kan dan ook gesproken worden van een rustig winterseizoen. Reden van de hogere frequentie strandingen tijdens de wintermaanden is het feit dat er in dat jaargetijde meer bruinvissen in het zuidelijk deel van de Noordzee zwemmen. Bruinvissen hebben een jaarlijks migratiepatroon. Migraties hebben vaak te maken met het zoeken naar voedsel of voortplantingsgedrag. In de wintermaanden trekken bruinvissen langs Nederland. Dit blijkt ook uit bruinvismeldingen op zee en langs de kust. Wanneer er grote aantallen dieren voorkomen, is de kans dat een ziek, gewond of jong dier aanspoelt vanzelfsprekend ook groter. Of de neergaande trend van levend gestrande dieren zich doorzet is nog maar de vraag. Net als de afgelopen jaren zijn ook in de winter van 2009 weer vele meldingen gedaan van observaties van bruinvissen voor de Nederlandse kust. Ook is het aantal dode gestrande dieren over de afgelopen maanden niet lager vergeleken met voorgaande jaren.