Met de nodige aanpassingen en het nemen van strikte voorzorgsmaatregels was het toch mogelijk voor Stichting Rugvin om begin april, na de winterstop, weer te starten met hun foto-identificatietochten op de Oosterschelde. In de maanden april en mei kon men in totaal acht keer het water op om data te verzamelen. Omdat het nog vroeg in het seizoen was en er door de Corona uitbraak minder mensen op het water waren, was het erg rustig op het water met andere boten. Dat heeft een positief effect, want minder verkeer is minder verstoring. Dat is rustiger voor de bruinvissen maar het Foto ID team kon daardoor ook rustig op het water dobberen zonder andere boten te moeten ontwijken.
De acht tochten leverden in totaal 34 verschillende geïdentificeerde bruinvissen op volgens Stichting Rugvin. Daarnaast werden aanvullend ook nog beelden aangeleverd bij de stichting van vier andere bruinvissen die ook in die periode werden gezien. De geïdentificeerde dieren waren voornamelijk dieren die Rugvin uit voorgaande jaren al kenden, maar ook een paar voor hen onbekende dieren. Deze nieuwe dieren zijn mogelijk deels juveniele bruinvissen die vorig jaar geboren zijn. Maar het kunnen ook nieuwe dieren uit de Noordzee zijn, of dieren die al langer in de Oosterschelde leven, maar die het team van Stichting Rugvin nog niet eerder hadden gezien. Sinds 2007 worden door Stichting Rugvin foto’s van bruinvissen in de Oosterschelde gemaakt en verzameld. Het doel van het project is om aan de hand van identificatie meer te leren over de bruinvissen in de Oosterschelde.