Het Ministerie voor Visserij en Landbouw van IJsland heeft de walvisjagers in het land toestemming gegeven om tot en met 2023 meer dan tweeduizend walvissen te doden. Per jaar mag er in totaal op 209 Vinvissen en 217 Dwergvinvissen gejaagd gaan worden. Het vlees van deze walvissen is met name voor verkoop aan toeristen en voor de export naar Japan. Dierenwelzijnsorganisatie reageren boos op de beslissing maar ook lokale bedrijven vrezen dat de jacht negatief kan uitpakken voor de toeristenindustrie van IJsland. Jaarlijks wordt er namelijk veel verdiend aan juist het bewonderen van de dieren via de populaire whale watch tochten rondom IJsland. Volgens een woordvoerder van het ministerie zijn de walvispopulaties sterk genoeg om deze jacht toe te staan. De Internationale Walvisvaart Commissie benoemt op de website dat dankzij het aan banden leggen van de commerciële walvisvangst sinds 1986 verschillende populaties walvissen inderdaad herstellen, maar nog lang niet voldoende om weer op commerciële schaal jagen toe te staan. Daarnaast is de wijze waarop de dieren opgejaagd en gedood worden ook erg wreed.