Naast het opvangen van gestrande bruinvissen en dolfijnen werkt SOS Dolfijn ook mee aan onderzoek waarmee wilde walvissen op zee kunnen worden beschermd of geholpen. Gegevens die naar voren komen uit onderzoeken die nodig zijn om de dieren beter te maken worden door wetenschappers gebruikt voor verschillende soorten onderzoek. Een voorbeeld hiervan is het gehooronderzoek dat wordt gedaan bij opgevangen bruinvissen die weer terug mogen keren naar zee. Wanneer een gestrande bruinvis, na herstel, weer terug gebracht kan worden naar zee, wordt vooraf het gehoor van het dier getest. Wetenschappers verbonden aan de Universiteit van Hannover komen voor dit specialistische onderzoek naar het opvangcentrum toe. Tijdens het onderzoek ligt de bruinvis rustig in de armen van zijn/haar verzorgers. Er worden via een soort microfoon onder water op verschillende frequenties geluiden uitgezonden en door middel van elektroden op het dier wordt gemeten welke geluiden de bruinvis waarneemt.
In zee hebben walvissen hinder van de geluid door bijvoorbeeld scheepvaart, windmolenparken en sonar gebruik door de marine. Door het onderzoek leren wetenschappers op welke frequenties bruinvissen horen en van welke geluiden de dieren hinder kunnen ondervinden. Dat kan vervolgens gebruikt worden om bruinvissen in het wild beter te beschermen. Voor bruinvissen is het gehoor een belangrijk hulpmiddel bij het zoeken naar voedsel en het navigeren. Een goed gehoor is daarom van groot belang om te kunnen overleven in het wild. Voordat SOS Dolfijn de opgevangen dieren terug brengt naar zee, wordt daarom het gehoor van de bruinvissen onderzocht.
Bruinvissen Sven en Nena hebben beide een goed gehoor.