Zaterdag 15 februari heeft SOS Dolfijn de eerste gestrande bruinvis van het jaar opgevangen. Het dier is in de ochtend gevonden op de Belgische kust.
Stichting SOS Dolfijn kreeg rond de middag de strandingsmelding binnen en is kort daarna onderweg gegaan richting Belgische grens. Uit foto’s bleek toen al dat het dier ernstige verwondingen had aan één de vinnen en de flank. Bij groot letsel kan besloten worden om tot euthanasie over te gaan om ernstig lijden te voorkomen. In overleg met de dierenarts is toch besloten om de reddingsactie door te zetten en tot opvang over te gaan.
SOS Dolfijn is een opvangorganisatie die klaar staat om hulp te bieden aan walvisachtigen die in nood op de Nederlandse kust terechtkomen. Opvang en rehabilitatie is daarbij één van de hulpopties. Omdat in de ons omringende landen geen specialistische opvangorganisaties bestaan wil SOS Dolfijn ook klaar staan wanneer de vraag uit deze landen komt om hulp te bieden aan bijvoorbeeld gestrande bruinvissen. SOS Dolfijn werkt daarbij samen met Belgische en Duitse strandingsnetwerken.
De gewonde jonge Belgische bruinvis, een mannetje van ongeveer 1,08 meter, is in de loop van de middag aangekomen in Harderwijk en heeft de naam Sjors gekregen. Na een medisch onderzoek en een grondige inspectie waarbij ook de wonden zijn verzorgd, wordt Sjors momenteel in het opvangbassin ondersteund door vrijwilligers. De bruinvis krijgt vocht toegediend en medicatie om infectie van de wonden tegen te gaan. De verwondingen lijken te zijn veroorzaakt door een ander dier. Omdat de bruinvis enige tijd hulpeloos op het strand heeft gelegen kan een vos of een hond de veroorzaker zijn. Toch blijft het enigszins speculeren over de ware toedracht. SOS Dolfijn zal verder onderzoek doen naar de wonden om hier hopelijk meer duidelijkheid over te krijgen. De toestand van de wonden en gezondheid van Sjors zullen de komende dagen nauwlettend gevolgd worden.
Momenteel verblijven twee dieren bij SOS Dolfijn. Naast Sjors wordt ook bruinvis Dennis nog verzorgt in het opvangcentrum.
