Juni en Juli is het geboorte seizoen voor bruinvissen. In deze periode van het jaar komt het regelmatig voor dat er een bruinviskalfje op het strand gevonden wordt. Afgelopen woensdag, 25 juni, zijn er 2 levende bruinviskalveren op onze kust terecht gekomen en is SOS Dolfijn gealarmeerd voor hulp. In de ochtend werd SOS Dolfijn via Ecomare gealarmeerd voor een heel bijzondere melding. Op het Noordzeestrand van Texel bleek in de buurt van paal 17 een bruinvismoeder samen met haar kalf te zijn gestrand. Een stranding waarbij zowel het moeder dier als het kalf tegelijkertijd op dezelfde plek stranden is een uitzonderlijke situatie die we tot nu toe nog maar zelden hebben meegemaakt. De collega’s van Ecomare zijn direct ter plaatse gegaan. Helaas bleek dat omstanders een poging hadden gedaan om zowel moeder als kalf terug te brengen in zee. Hoewel de terugzet actie met goede bedoelingen is gedaan, is hiermee het kalf in verdere problemen gebracht.
De moeder was niet meer in staat om te zwemmen en verroerde zich niet. Zij kwam terug op het strand. Het kalf zwom direct weg en had daarmee zijn moeder verloren. Een ongunstige situatie voor het kalf. Tot een maand of 3 zijn bruinviskalveren geheel afhankelijk van moedermelk en zullen zonder moeder dan ook niet overleven. Het moederdier had hulp nodig en is door de collega’s van Ecomare van het strand gehaald en overgebracht naar Den Helder waar het dier zou worden overgedragen aan SOS Dolfijn. Helaas overleed het dier op het moment dat het aankwam in Den Helder. Uit onderzoek is gebleken dat het moederdier sterk vermagerd was en dat zij last had van een ernstige longontsteking. Vanzelf sprekend hebben beide organisaties, SOS Dolfijn en Ecomare, de gehele verdere dag paraat gestaan om het kalf hulp te bieden als het opnieuw zou stranden. Het kalf is niet meer teruggezien.
In de middag kreeg SOS Dolfijn opnieuw een melding van een levend gestrande bruinvis. Het ging om een dier op Terschelling, dat was gestrand aan de waddenzeekant van het eiland in de buurt van Oosterend. Het dier lag hoog tegen de dijk aan. De hulpverleners ter plekke hebben ingeschat dat het dier ongeveer 6 uur op het droge heeft gelegen eer het gevonden werd. Gezien de strandingslocatie moet het dier zijn gestrand toen het vloed was, op moment van vinden was het inmiddels eb geweest en kwam het water al weer op. Bij overdracht van het dier in Harlingen bleek het opnieuw om een bruinviskalf te gaan. Het dier had een zeer droge huid (waarschijnlijk door dat het lang op het droge heeft gelegen), was zeer jong (1-2 weken) en was sterk vermagerd. Naar ons oordeel had dit dier geen reële overlevingskans. We hebben besloten het dier in te laten slapen.